De meeste fitnesstrackers werken met een dagelijks doel van 10.000 stappen. Het is simpel en voor iedereen goed voor te stellen (beter bijvoorbeeld dan de Apple Watch die ‘vage’ calorieën meet). Toch kan het slimmer. De nieuwste fitnesstrackers kijken niet naar het aantal stappen, maar analyseren je hartslag om te kijken of je wel voldoende beweegt.

Zomer 2016: de Mio Slice

Ik constateerde eerder al bij sporters dat ze steeds vaker trainen op basis van hartslag. Logisch ook, want als je in de juiste hartslagzone zit, train je veel gerichter. Daarvoor heb je wel een hartslagmeter nodig en die zaten tot voor kort alleen in een borstband of in duurdere sporthorloges. Maar je ziet ze nu ook steeds vaker in fitnessarmbanden en -trackers.

Mio levert de hartslagmeter in heel wat sporthorloges, onder andere die van Adidas en TomTom. In de zomer gaan ze ook een eigen fitnesstracker uitbrengen, die iets bijzonders te bieden heeft: de Personal Activity Intelligence (PAI). Het is een persoonlijke score die aangeeft hoe actief je bent geweest. Wekelijks moet je streven naar een score van 100. Het werkt op een iets andere manier dan NikeFuel, waarbij je met allerlei sporten punten kunt verdienen.

Grootschalig gezondheidsonderzoek

De PAI-score wordt berekend op basis van gegevens die zijn verzameld tijdens het grootschalig gezondheidsonderzoek ooit: de HUNT-studie in Noorwegen. Daarbij werden 60.000 Noren gedurende 20 jaar gevolgd en werd gekeken naar hun levensstijl en de mate waarin ze bepaalde ziektes ontwikkelden. Om optimaal gezond te zijn moet je volgens Mio voldoende zware inspanning doen, zodat je PAI-score op 100 uit komt.

Waarom is dit beter dan 10.000 stappen tellen? Ten eerste omdat 10.000 stappen een vrij willekeurige mijlpaal is: het is ooit bedacht door een Japanse fabrikant van stappentellers in de vorig eeuw en er zit eigenlijk geen gedachte achter. Voor mensen die de hele dag achter een computer werken is 10.000 stappen vaak te veel, terwijl ze tussen het typen en bureauzitten bijvoorbeeld wel intensief sporten in de lunchpauze of ’s avonds nog aan krachtsport doen. Daar houdt een stappenteller geen rekening mee.

De fitnessarmband van Mio doet dat wel. Die kijkt ook in welke mate je hartslag is verhoogd gedurende de dag. Telkens wanneer je hartslag iets is verhoogd verdien je PAI-punten. Het idee is dat je bij een score van 100 punten of hoger je levensverwachting met tenminste 2 jaar kunt verlengen. Ben je jonger dan 50 dan kun je zelfs je leven oprekken met 10 jaar extra. Dat zijn nogal forse beloften.

PAI: je hoeft niet elke dag te sporten

Ook bijzonder bij PAI is dat je in het weekend best eens wat langer in bed mag liggen. De score wordt namelijk berekend over de hele week. Je kunt dus punten inhalen als je een dag wat minder actief bent geweest. Verder is de PAI per persoon verschillend, op basis van leeftijd, geslacht, rusthartslag, maximale hartslag en meer. Met de bijgeleverde app kun je zien wat je moet doen om een bepaald aantal punten te verdienen.

Op zich doet de Apple Watch ook al iets, dat een beetje in die richting komt: je moet dagelijks 30 minuten intensief bewegen en daarbij wordt vooral gekeken naar je hartslag. Het probleem is alleen, dat buitenshuis wandelen al snel als ‘intensief bewegen’ wordt gezien, waardoor je opeens ontdekt dat je 90 minuten ‘gesport’ hebt terwijl je zelf niet het idee hebt dat je echt actief bent geweest. De Mio-armband pakt dat slimmer aan. Die weet bovendien automatisch of je aan het sporten bent. Zodra je hartslag boven een bepaalde waarde komt, gaat de teller lopen.

Geheime formule

Mio’s armband daagt je ook uit. Naarmate je fitter wordt, wordt het ook steeds moeilijker om 100 punten te halen. Zonder dat je meteen overtraind raakt. Wil je afvallen, dan moet je zorgen dat je score boven de 100 komt, al weten de onderzoekers nog niet precies welke score dan optimaal is. Dat heeft ermee te maken dat er (uit angst voor naäpers) nogal wat geheimzinnigheid zit rondom de wiskundige formules die door de Noorse professor Ulrik Wisløff zijn ontwikkeld op basis van de HUNT-data. Wisløff is vooral druk geweest met het patenteren van zijn formule, die vervolgens door Mio gekocht is. Hij is er nog niet aan toegekomen om het onderzoek aan een zogenaamd peer review te onderwerpen. Met skiën haalt hij zelf een score van 130 tot 150, dus ruim boven de benodigde score van 100.

Eén van de zwakke punten is dat de fitnessarmband van Mio niet weet wat je maximale hartslag is, terwijl de PAI-formule daar wel van uitgaat. Daarvoor zou je een test moeten ondergaan en dat doet niet elke gebruiker. Volgens Mio passen ze constant correcties door als ze ontdekken dat je met een hogere maximale hartslag hebt gesport.

Als je wilt kun je het nu al proberen met de Mio PAI-app, die al samenwerkt met de Mio Fuse-armband. Maar je kunt ook wachten tot aanstaande zomer, als de speciaal voor PAI ontwikkelde Mio Slice op de markt komt.